Wie zegt dat je eerste concept geen voltooid manuscript kan zijn? Gebruik deze vijf tips voor snel en goed schrijven.
Soms heerst de overtuiging dat als je snel een boek schrijft, je het nooit goed kunt schrijven. Eerste versies zijn prima om doorheen te racen, maar het zijn geen voltooide manuscripten die klaar zijn voor de uitgever, laat staan voor de drukker, toch?
Maar wat als ik je vertel dat er een manier is voor snel en goed schrijven en binnen twee of drie maanden een manuscript klaar te hebben om naar je uitgever te sturen?
Ik heb sinds de start van Schrijven.Community drie boeken geschreven, zonder veel stress, gedoe of burn-out. Ja, er zijn enkele spannende momenten geweest dat ik naar mijn deadline van 12 weken racete. Voor het grootste deel was het schrijven zowel leuk als lonend. Ik heb de boeken uitgegeven zonder dat er al te veel bewerkingen zijn vereist.
Dus hoe deed ik het? Laat me je mijn vijf tips geven voor snel en goed schrijven.
1. Weet wat je wilt vertellen
Dus je hebt een uitgangspunt, een soort haakje en misschien een paar karakters. Hoe ga je verder?
Het eerste wat ik denk: het is belangrijk om je boodschap goed te begrijpen. Waar je boek ook over gaat, welke gevallen of kwesties je ook wilt belichten, wat probeer je erover te zeggen? Het hoeft op geen enkele manier prekerig of belerend te zijn, goede verhalen zijn meestal allesbehalve dat. Weten wat je wilt vertellen, welke waarheid je wilt onderzoeken of benadrukken, maakt plotten zoveel gemakkelijker.
Enkele voorbeelden van de ‘boodschappen’ van recente boeken van mij zijn: ‘wraak loont niet’ en ‘eerlijk duurt het langst’. Dit klinkt nogal generiek – en dat zijn ze ook. Ze helpen me mijn verhaal te kaderen, omdat de plotpunten en de acties van de personages deze waarheid zullen weerspiegelen en ernaar handelen.
2. Ken je plot voor snel en goed schrijven
Voordat ik begin met het schrijven van een boek, schrijf ik een synopsis van vier tot vijf pagina’s. Het splitst het verhaal niet scène voor scène op, maar ik behandel minstens zes belangrijke keerpunten in het verhaal die overeenkomen met de veranderingen in de emotionele reizen van de personages.
Ik geef mezelf toestemming om deze tijdens het schrijven te wijzigen, maar beginnen met dit raamwerk helpt me echt bij het schrijfproces, omdat ik altijd schrijf richting een keerpuntscène, of juist er vanaf.
3. Ken je personages
Voordat ik begin met schrijven, denk ik eerst na over mijn personages. Ik verzin waar ze vandaan komen, welke gebeurtenissen of ervaringen hen hebben gevormd en vooral wat ze willen. Emotionele conflicten in een verhaal zijn absoluut cruciaal. Ik denk dat je ze het beste kunt inkaderen als wat je personages willen en wat hen ervan weerhoudt het te krijgen.
Achtergronden en persoonlijkheden maken deel uit van wat personages willen. Daarom helpt het kennen van je personages bij hun emotionele reizen, plotten en wat je wilt vertellen. Zolang ik het emotionele conflict van mijn personages in gedachten hou bij het schrijven, blijf ik uit het moeras van dwalende beginpunten, slappe middenstukken of onzekere eindes. Zo blijf ik snel en goed schrijven.
4. Weet hoe je hapklare brokken schrijft
Dus je weet waar je over wilt schrijven, je kent je conflict, je personages en je plot. Je hebt een synopsis geschreven en je bent klaar om aan de slag te gaan. Waar begin je? Dit is het moment dat ik mijn boek opsplits in hapklare brokken.
Voor elk manuscript schrijf ik gemiddeld 60 – 70 hoofdstukken van elk 1.000 woorden. Dat is een boek van pakweg 65.000 woorden, wat vrij standaard is in de boekenwereld. Vroeger schreef ik hoofdstukken van 5000 woorden, en sommige van 2000 woorden en alles daartussenin.
Ik heb ontdekt dat zo’n 1000 woorden per hoofdstuk de beste lengte is voor het tempo. Je kunt een scène goed verkennen en toch de lezer pagina’s laten omslaan. Bovendien geeft het me de kans veel cliffhangers te gebruiken.
Voordat ik begin met schrijven, maak ik een overzicht per hoofdstuk. Niet zozeer over wat er fysiek gebeurt, meer over wat er emotioneel gebeurt met mijn personages, wat helpt om hun emotionele ontwikkeling in de roman uit te stippelen. Het hoe en waarom van die emotionele reis is het leuke deel om achter te komen terwijl je schrijft.
Ik plan ook die belangrijke keerpunten die ik in de synopsis noemde. Meestal elke 15.000 woorden, dus op 15.000, 30.000, 45.000 en 60.000, en dan het daverende eind in de laatste 5 tot 10.000. Dit geeft me een aantal hoofdstukken om op te bouwen en meerdere hoofdstukken om te herstellen van elke plotwisseling.
Nu begint mijn grote, dikke boek een stuk hanteerbaarder aan te voelen. En ik heb nog geen woord geschreven.
5. Weet hoe je het verhaal moet schrijven
Nu kom je bij het leuke gedeelte: het schrijven van het verhaal. Je weet er nu al veel van, dus je staat vast te popelen om je verhaal snel en goed op te schrijven.
Ik schrijf 1000 tot 1500 woorden per dag, vier dagen per week. En ik hou van snel en goed schrijven, waarbij ik mijn hersenen omzeil. Daarmee bedoel ik dat ik in een diepe flow-toestand kom waarin ik de woorden voel. Geen internet, geen mail, geen telefoon en geen koffiepauzes.
En het allerbelangrijkste, geen herlezen of herschrijven. Pen de woorden neer. Los je vraagtekens later op.
Als ik een hoofdstuk heb geschreven, ga ik terug en herschrijf het (na een koffiepauze). Meestal is het meer aanpassen dan volledig herschrijven, maar dat kan net zo lang duren als het schrijven.
Gemiddeld schrijf ik drie tot vier uur per dag. Dat is redelijk goed te doen voor een evenwichtig leven. Dan, de volgende dag, begin ik met het herlezen van het hoofdstuk dat ik de vorige dag heb geschreven, en pas het, meestal op detailniveau, wat meer aan.
Dan is het op naar het volgende hoofdstuk, zo snel mogelijk. Op de vijfde dag van de week herlees ik alle vier de hoofdstukken en die pas ik waar nodig aan. En tegen zaterdag heb ik vier hoofdstukken, 1000 tot 2000 woorden, die flink gepolijst en klaar voor gebruik zijn.
En dat doe ik tot het einde van het boek. Tegen de tijd dat ik klaar ben, heb ik zoveel herlezen en herzien dat ik meestal niet eens een finale leesronde nodig heb, hoewel ik er meestal wel een doe.
Toegegeven, deze methode is misschien niet voor iedereen weggelegd. Ik heb ondertussen drie boeken geschreven en ik heb dit op de harde manier geleerd. Aan sommige van die boeken heb ik met bloed, zweet en tranen gewerkt. Vaak was ik ontevreden met het resultaat. Totdat ik erachter kwam wat echt werkt voor mij. Ik moedig elke schrijver aan om het te proberen en te kijken of het voor hen werkt.
Mocht dit te dwingend klinken, onthoud dan dat er altijd ruimte is om te manoeuvreren, te spelen, te verkennen en te ontdekken. Mijn personages verrassen me de hele tijd.
Het gebruik van deze methode geeft me nog steeds veel creatieve vrijheid voor snel en goed schrijven. Met dit soort kaders kan ik zelfs nog meer ontdekken. Het is alsof je een koorddanser met een vangnet bent. Je kunt brutaler zijn en weten dat je niet op de grond uit elkaar zult spatten.
Uiteindelijk beschouw ik deze schrijftips als handige hulpmiddelen. Zie ze niet als beperkend, maar om je te wapenen en klaar voor snel en goed schrijven.
Laatste update 3 januari 2023 door Edwin