De meeste Stephen King-fans weten dat zijn werk in twee werelden bestaat. Ten eerste is er de pagina, waar beelden van psychotische clowns, gereanimeerde lijken van huisdieren, geesten van vermoorde jonge meisjes en spookauto’s in onze verbeelding worden geïnjecteerd. En er is het scherm, waar we ze echt zien.
Deze werelden zijn niet altijd vriendelijk tegen elkaar. Velen vinden Stanley Kubrick’s verfilming uit 1980 van ‘The Shining’ een van de grootste horrorfilms ooit gemaakt. King zelf vindt het echt slecht. Hij noemt het ‘een grote, mooie Cadillac zonder motor erin’. Maar wat maakt King zo moeilijk te verfilmen en waarom proberen zoveel mensen het?
Richard Price is de laatste die Stephen King onder handen mag nemen met zijn HBO-serie ‘The Outsider’. De miniserie volgt een politieagent die een overduidelijke moordenaar arresteert. Alleen om te ontdekken dat er veel meer aan de hand is dan de ratio kan verklaren.
“Een van King’s geschenken”, zegt Price, “is dat hij je altijd een echt goed verhaal geeft, een verhaal om je hoed aan op te hangen. De sleutel is dat zijn horrorverhalen niet zonder reden eng zijn, maar dat ze ‘gegrond zijn in de mensheid… Je kunt van elk monster van King een avatar maken voor alle neurosen of angsten die mensen hebben.”
De uitdaging in het verfilmen van Stephen King is iets zo intrinsiek meenemen (in dit geval twijfel) en dat visueel maken. “Het ergste wat je kunt doen als je een verhaal gaat verfilmen, is dat je er te respectvol voor bent, omdat waar je respect voor hebt niet relevant is [voor het scherm]: de schoonheid van het schrijven, de verhalende stem, de opeenvolgingen van gebeurtenissen.”
Welke verfilming van welk verhaal werkt voor jou? Vertel het ons in Schrijven.Community.
Bron: Washington Post
Laatste update 11 mei 2021 door Edwin