Noem het woord blauwdruk in een kamer vol schrijvers en je ontketent een vuurstorm van gepassioneerd debat. Schrijvers houden van blauwdrukken, of ze haten ze. Ofwel vinden we ze bevrijdend, ofwel kunnen we er niet tegen hoe beperkend ze zijn.

Mijn ervaring is dat degenen die zweren dat ze een hekel hebben aan blauwdrukken vaker wel dan niet op de verkeerde manier over blauwdrukken denken. Een blauwdruk voor je boek is niet bedoeld om je vast te klampen aan vooraf ingestelde ideeën of je creativiteit te ondermijnen voordat je aan je eerste versie begint. Blauwdrukken zijn ook zeker niet bedoeld als levenloze lijsten met Romeinse cijfers.

Om je schrijfwerk te doordrenken met de volledige kracht van een blauwdruk voor je boek, moet je het proces benaderen vanuit een mentaliteit van flexibiliteit en ontdekking. Als je dit doet, krijg je een routekaart naar succes bij het vertellen van verhalen.

Wegenkaarten zijn er om je de snelste en zekerste manier te tonen om je bestemming te bereiken. Ze weerhouden je zeker niet om onderweg spannende offroad-avonturen en mooie ritten te vinden.

7 stappen om een flexibele blauwdruk te maken voor elk verhaal

In deze blog gaan we het hebben over zeven stappen om een flexibele blauwdruk voor elk verhaal te maken. Het kan je helpen om los te laten en plezier te hebben bij je eerste versie.

Op z’n best helpen blauwdrukken je met het uitwerken van je meest veelbelovende verhaalideeën, het vermijden van doodlopende plotwendingen en het nastreven van de juiste structuur.

En het beste? Ze besparen je tijd en voorkomen frustratie. Het uitwerken van je plot en personages in je eerste versie kan maanden van vallen en opstaan vergen. Het kost maar een fractie van de tijd om diezelfde elementen in een blauwdruk uit te werken. Dan kun je het loslaten en plezier hebben in je eerste versie.

Laten we eens kijken hoe je het meeste uit je proces haalt. We beginnen met het vormgeven van je uitgangspunt en werken door naar een volledige lijst met scènes.

Dit planproces gebruik is zelf ook. Onthoud dat er geen goede of foute manier is om een verhaal in kaart te brengen. De enige vereiste is dat je de groove vindt die voor jou werkt. Als je begint met je blauwdruk en de techniek werkt niet voor je, pas het proces aan aan je persoonlijkheid en creatieve stijl.

1. Bepaal je uitgangspunt

Je uitgangspunt is het basisidee voor je verhaal. Maar het is niet genoeg om alleen een idee te hebben. “Jongen redt meisje in een intergalactische setting” is een uitgangspunt, maar het is ook te vaag voor veel solide verhaallijn.

Blauwdruk voor je boek

Dit is de reden waarom je blauwdruk moet beginnen met een strak opgestelde premisse die de volgende vragen beantwoordt:

  • Wie is de hoofdpersoon?
  • Wat is de situatie?
  • Hoe ziet de persoonlijke toestand van de Held eruit in het begin?
  • Wat is het doel van de hoofdpersoon?
  • Zal die toestand ten goede of ten kwade veranderen door de Held zelf of door de vijandige kracht?
  • Wat wil de Held in het begin?
  • Welke morele (of immorele) keuzes moet je Held maken in een poging dat doel te bereiken?
  • Wie is de tegenstander?
  • Wie of wat staat de Held in de weg om zijn doel te bereiken?
  • Wat wordt de ramp?
  • Welk ongeluk overkomt de Held als gevolg van de pogingen het doel te bereiken?
  • Wat is het conflict?
  • Welk conflict is het gevolg zijn van de reactie van de Held op de ramp?
  • En wat is de logische kettingreactie van oorzaak en gevolg waardoor dit conflict door je hele verhaal voortduurt?

Als je deze vragen hebt beantwoord, combineer ze dan in een of twee zinnen:

Rusteloze boerenjongen (situatie) Luke Skywalker (hoofdpersoon) wil niets liever dan het huis uit en piloot worden, zodat hij zijn mysterieuze vader kan nastreven (doel). Maar als zijn tante en oom worden vermoord (ramp) nadat hij afvallige droids heeft gekocht, moet Luke de mooie eigenaresse van de droids bevrijden en een manier vinden om het kwaadaardige rijk (tegenstander) en zijn apocalyptische Death Star te stoppen (conflict).

2. Schets ideeën voor scènes ruwweg

Gewapend met een solide uitgangspunt, kun je beginnen met het schetsen van ideeën voor dit verhaal. Maak een lijst van alles wat je al weet over je verhaal. Je komt waarschijnlijk bij deze stap met een handvol scènes in gedachten.

Zelfs als je geen idee hebt hoe deze scènes zich in het verhaal zullen afspelen, ga lekker door en zet ze op de lijst. Op dit moment is het je primaire doel om elk idee dat je hebt voor dit verhaal vast te leggen.

Als je klaar bent, neem dan de tijd om je lijst te bekijken. Als je een idee tegenkomt dat vragen oproept, markeer het. Als je niet weet waarom je personage in één scène een duel uitvecht, markeer het.

Als je niet weet hoe twee scènes met elkaar verbinden, markeer ze. Als je je de locatie voor een van de scènes niet kunt voorstellen, markeer dat. Pauzeer, identificeer mogelijke plotgaten en bespaar jezelf later een hoop herschrijven.

Je volgende stap is om elk van de gemarkeerde delen één voor één aan te pakken. Schrijf je ideeën op en laat je gedachten stromen zonder jezelf te censureren. Omdat dit de meest ongestructureerde stap van je blauwdruk is, is dit je beste kans om je creativiteit de vrije loop te laten en de diepten van het potentieel van je verhaal te peilen.

Stel jezelf vragen op de pagina. Praat tegen jezelf zonder je zorgen te maken over interpunctie of spelling.

Elke keer dat je denkt dat je een goed idee hebt, vraag jezelf dan af: “Zal de lezer dit verwachten?” Als het antwoord ja is, maak dan een lijst met alternatieven die je lezers niet verwachten.

3. Interview je personages

Om een cast van personages te maken die je plot zijn uiterste potentieel kunnen helpen bereiken, moet je cruciale details over hen ontdekken. Niet noodzakelijk aan het begin van hun leven, maar aan het begin van het verhaal.

Om dit voor je hoofdpersoon te doen, werk je achteruit vanaf het moment dat hij betrokken raakt bij je plot (de ‘ramp’ in je premisse):

  • Welke gebeurtenissen in het leven van je hoofdpersoon hebben hem naar dit moment geleid?
  • Heeft iets in zijn verleden de ramp veroorzaakt?
  • Welke gebeurtenissen hebben hem gevormd om hem zo op de ramp te laten reageren?
  • Hoe en welke onopgeloste problemen uit zijn verleden kunnen de spiraal van gebeurtenissen in je plot verder compliceren?

Als je eenmaal een basisidee hebt van hoe je personage in het hoofdverhaal verschijnt, kun je details van zijn leven gaan opgraven. Je kunt ervoor kiezen om een lijst met vragen op te stellen, of je kunt een “uit de vrije hand interview” doen waarin je je hoofdpersoon een reeks vragen stelt.

4. Verken je locaties

Of je omgeving nu je kindertijd is of de zevende maan van Barsoom, je wilt je eerste versie schrijven met een duidelijk idee van waar je prominente scènes plaatsvinden.

Kies een locatie niet alleen omdat het cool klinkt, of omdat je er bekend mee bent. Zoek naar locaties die inherent zijn aan je plot. Kun je de primaire locatie van je verhaal veranderen zonder noemenswaardige wijzigingen aan de plot? Als dat zo is, graaf dan wat dieper om een locatie te vinden die beter past bij je plot, thema en personages.

Maak een lijst van de locaties die je denkt nodig te hebben op basis van de scènes die je voor ogen hebt. Kun je deze lijst verkleinen door locaties te combineren of te elimineren? Er is niets mis met een uitgebreide verzameling locaties, maar locaties moet je net zo ijverig elimineren als onnodige personages.

5. Schrijf de volledige blauwdruk voor je boek

Je bent klaar voor je complete blauwdruk. Dit is waar je serieus begint met plotten. In stap 2 heb je het grote plaatje van je verhaal verstevigd door de scènes te identificeren waarvan je al op de hoogte was en uit te zoeken hoe ze bij elkaar zouden passen. Nu ga je lineair door je verhaal heen, scène voor scène, terwijl je ze allemaal nummert.

In tegenstelling tot de “schetsen” in stap 2, waarin je primaire focus lag op brainstormen en het verkennen van mogelijkheden, concentreer je je nu op het inbouwen van je bestaande ideeën in een solide structuur.

Hoe uitgebreid je wilt zijn, is aan jou. Je kunt ervoor kiezen om voor elke scène een enkele zin te schrijven (“Diana ontmoet Jan in het café om hun aanstaande huwelijk te bespreken”), of je kunt meer details uitwerken (“Jan zit alleen in een hokje als Diana arriveert. Diana bestelt koffie en appeltaart. Ze maken ruzie over de uitnodigingen”).

De belangrijkste componenten

Richt je hoe dan ook op het identificeren en versterken van de belangrijkste componenten van de structuur van elke scène:

  • Wie wordt jouw vertellende personage?
  • Wat is zijn doel?
  • Welk obstakel gaat zich voordoen om dat doel te belemmeren en conflict te creëren?
  • Wat wordt de uitkomst en hoe zal je personage reageren op het resulterende dilemma?
  • Welke beslissing neemt hij die het doel van de volgende scène voedt?

Werk aan een lineair, goed gestructureerd plot zonder hiaten in je verhaal. Als je deze basis goed in je opzet kunt krijgen, ben je later vrij om al je aandacht en verbeeldingskracht toe te passen op de eerste versie en je verhaal tot leven te brengen.

Terwijl je elke scène in gedachten doorneemt, let je op mogelijke lacunes in de logica of missende verbindingen in hoe de ene gebeurtenis zich opbouwt naar de andere. Neem de tijd om over deze problemen na te denken, zodat je er later niet over struikelt.

Als je vastloopt, probeer dan alvast aan de volgende scène te werken en dan terug te werken. Als je bijvoorbeeld weet waar je wilt dat je personages eindigen, maar niet hoe ze daar zullen komen, begin dan bij het eindpunt en kijk dan of je kunt uitzoeken wat er in de voorgaande gebeurtenissen moet gebeuren om het geloofwaardig te maken.

6. Verdicht de blauwdruk voor je boek

Als je klaar bent met je uitgebreide blauwdruk, kun je de meest relevante punten samenvatten in een verkorte versie. Als je dit doet, kun je externe gedachten verwijderen en je blauwdruk samenvatten in een scanbare lijst, zodat je deze gemakkelijker kunt raadplegen.

Omdat je volledige overzicht behoorlijk wat gerommel en hardop denken op de pagina kan bevatten, zul je waarschijnlijk veel aantekeningen hebben. In plaats van dat je elke keer dat je aan je eerste versie wil werken, eerst door een brij van aantekeningen moet, bespaar je jezelf tijd door ze nu te organiseren.

Je kunt je verkorte overzicht in Word zetten, je scènes op indexkaarten schrijven, of een softwareprogramma gebruiken.

7. Ga aan de slag met de blauwdruk voor je boek

Inmiddels ben je voorbereid en enthousiast om aan je eerste versie te beginnen. Elke keer dat je gaat zitten om aan je manuscript te werken, begin je met het bekijken van je overzicht. Lees de notities voor je huidige scène en de scène die volgt.

Voordat je begint met schrijven, moet je eventuele resterende potentiële problemen in je hoofd of op papier doornemen. Als de tijd komt (en die zal komen) dat je een beter idee krijgt dan je had gepland in je overzicht, aarzel dan niet om offroad te gaan. Deze ondernemingen op onbekend terrein kunnen resulteren in enkele van de meest verrassende en intrigerende delen van je verhaal.

Een blauwdruk voor je boek biedt je een onschatbare structuur en begeleiding bij het schrijven van je eerste versie. Wees echter nooit bang om nieuwe ideeën te verkennen als ze zich voordoen. Onthoud dat je blauwdruk een routekaart is die je de route naar je bestemming laat zien, maar dat betekent niet dat dit de enige route is.

Wil je meer weten? Meld je aan voor de schrijfcursus Masterclass Schrijven 2.0.

Laatste update 16 juni 2022 door Edwin

Maak een flexibele blauwdruk voor elk verhaal
Getagd op:                                

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.